https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/f/f0/Steentjeskerk_Eindhoven.jpg/260px-Steentjeskerk_Eindhoven.jpg

De Steentjeskerk  is een kerkgebouw uit 1919 aan de St. Antoniusstraat 5-7 in het stadsdeel Strijp van de gemeente Eindhoven.

De kerk is gebouwd voor de parochie van de H. Antonius van Padua te Strijp en werd ook wel genoemd "Kerk van de Heilige Antonius van Padua en Onze Lieve Vrouw Onbevlekt Ontvangen te Strijp", "Sint-Antonius-van-Paduakerk", of kortweg "St. Antoniuskerk". Tot 1971 was ze als parochiekerk in gebruik. In het gebouw is sinds 1984 Museum Kempenland gevestigd. Het gebouw is sinds 2001 een rijksmonument.

Voorgeschiedenis

De groei van het aantal katholieken in de toenmalige gemeente Strijp, met name door het ontstaan van Philipsdorp, leidde in de jaren 1910 tot het inzicht dat een nieuwe parochie nodig was naast de bestaande St. Trudoparochie. Na eerst geweigerd te hebben, ging Mgr. Van de Ven op zoek naar een bouwpastoor. Die werd gevonden in de persoon van pastoor Pulskens, aan wie op 1 september 1916 de opdracht werd verleend.

Ontwerp

Pulskens wilde een niet-Gotische kerk. Hij gaf opdracht aan architect Hubert van Groenendael uit Maastricht een ontwerp te maken in de stijl van Romeinse basilieken zoals de St. Laurentiusbasiliek.

De kerk is gebouwd in oost-west-richting met het hoofdaltaar in het oosten. Er waren ca. 800 zitplaatsen. De kerk is (binnenwerks) ca. 50 m lang, 20 m breed, en het middenschip is 15 m hoog.

Het binnenwerk vertoont treffende overeenkomst met de basiliek van Santa Maria Maggiore in Rome.

Bouw

Na verwerving van de grond liepen de grondwerkzaamheden vertraging op door het slechte weer. In mei 1917 werd daar dan toch mee begonnen en de eerste steen werd gelegd op 26 juni 1917 door mgr. Andreas Damen, de deken van Eindhoven. Als gevolg van de Eerste Wereldoorlog stegen loon- en materiaalkosten aanzienlijk. Om de kosten te drukken werd geen gebruik gemaakt van baksteen maar van goedkopere op mergel lijkende stenen uit Kunrade in Zuid-Limburg, het zogenaamde Kunradersteen. De bouw werd uitgevoerd onder beheer van de architect, eveneens uit kostenoogpunt.

Al het beeldhouwwerk voor de kerk werd gemaakt door Jan Custers.

Achter het hoogaltaar hebben gebrandschilderde ramen gezeten die waren gemaakt door Joep Nicolas.

De aankleding van de kerk is onder andere door geldgebrek nooit voltooid.

Gebruik als parochiekerk

Op 28 februari 1919 werd de kerk in gebruik genomen, hoewel toren en galerij nog niet helemaal gereed waren. De verwarmingsketels waren, wegens materiaalgebrek, nog niet geplaatst. Ook werd op die dag Pulskens geïnstalleerd als pastoor van de nieuwe parochie.

De eerste doop in de nieuwe kerk vond plaats op 16 maart, het eerste huwelijk op 8 mei van datzelfde jaar.